Krachtens een besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 zijn de bepalingen van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 aangaande de groepen van assistentiewoningen in werking getreden op 1 januari 2013.
Een groep van assistentiewoningen kan bestaan (1) uit woningen die zijn opgetrokken door de initiatiefnemer en verhuurd worden aan de bewoners, (2) uit woningen die door een derde zijn opgetrokken en door de initiatiefnemer verhuurd worden aan de bewoner, of (3) uit woningen die eigendom zijn van de bewoner, in alle gevallen voor zover de woning desgevallend voldoet aan de erkenningsvoorwaarden.
De omschrijving van een groep van assistentiewoningen vertoont grote gelijkenissen met de definitie van de serviceflats. Een groep van assistentiewoningen is een voorziening die bestaat uit een of meer gebouwen die functioneel één geheel vormen en waar, onder welke benaming ook, aan gebruikers van 65 jaar of ouder, die er zelfstandig verblijven in individuele aangepaste wooneenheden, huisvesting wordt verleend en ouderenzorg waarop zij facultatief een beroep kunnen doen.
De Vlaamse Regering bepaalt waaruit de ouderenzorg aangeboden door een erkende groep van assistentiewoningen bestaat. In elk geval moet die ouderenzorg ten minste bestaan uit (i) aangepaste huisvesting, (ii) ouderenzorg die, al dan niet op basis van een samenwerkingsverband, op verzoek van de gebruiker wordt aangeboden afhankelijk van de vastgestelde behoeften, (iii) het scheppen van voorwaarden tot sociale netwerkvorming, en (iv) onmiddellijke hulp in noodsituaties.
De dienstverlening in een groep van assistentiewoningen wordt op maat van de bewoner ter beschikking gesteld. Elk bewoner is evenwel verplicht om een aantal basisdiensten af te nemen. De bijdragen van de bewoners voor deze basisdiensten worden gesolidariseerd en zijn niet afhankelijk van de mate waarin de bewoner daarvan gebruik maakt. Deze diensten moeten verplicht worden aangeboden, al dan niet in samenwerking met een externe dienstverlener. De crisiszorg kan geleverd worden door een eigen zorgverlener, of in samenwerking met een woonzorgcentrum of aanbieders van thuiszorg.
Het meest opvallende verschil met de omschrijving van serviceflats bestaat erin dat de leeftijdsgrens wordt opgetrokken tot 65 jaar. Dit past in een beleidsoptie genomen in het kader van het Woonzorgdecreet, waarbij de leeftijd waarop personen als ouderen worden beschouwd werd verhoogd van 60 naar 65 jaar, om rekening te houden met de evolutie van de levensverwachting en de verwachting van de gezonde leeftijd van ouderen. Wel kan per groep van assistentiewoningen maximaal 25 procent van het totale aantal erkende assistentiewoningen worden toegewezen aan gebruikers die nog geen 65 jaar zijn. Aan de gebruikers kunnen specifieke voorwaarden opgelegd worden. Bovendien kan uitzonderlijk en onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt in een erkende ouderenvoorziening ook aan gebruikers, jonger dan 65 jaar, ouderenzorg aangeboden worden (art. 40 Woonzorgdecreet).
Bron : Eubelius