De procedure voor de erkenning van groepen van assistentieflats is voortaan opgenomen in het Procedurebesluit. De erkenningsprocedure, evenals de procedure voor de wijziging, de schorsing en de intrekking van de erkenning en de daarmee verband houdende beroepsmogelijkheden zijn nu dezelfde voor de groepen van assistentiewoningen, dagverzorgingscentra, centra voor kortverblijf en woonzorgcentra. Deze gelijkschakeling gebeurde door in het laatstgenoemde besluit de groepen van assistentiewoningen op te nemen in de definities van “opnamemogelijkheden” en “ouderenvoorziening”. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 1985 tot vaststelling van de rechtspleging voor de erkenning en sluiting van serviceflatgebouwen, woningcomplexen met dienstverlening en rusthuizen is nu integraal opgeheven.
De procedure voor de overdracht van de erkenning (opgenomen in art. 34 van hetzelfde besluit) is echter niet van toepassing verklaard op groepen van assistentiewoningen.
De erkenningsprocedures zijn opgenomen in de artikelen 2 tot 9 van het Procedurebesluit.
De erkenning die, in beginsel, voor onbepaalde duur geldt, kan worden toegekend aan voorzieningen en verenigingen. Om te kunnen worden erkend, moet de beheersinstantie van de voorziening of vereniging een ontvankelijke aanvraag aangetekend of tegen ontvangstbewijs bij het Agentschap indienen.
Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag voor de erkenning een aantal gegevens en stukken bevatten, waaronder
- een aanvraagformulier dat door het Agentschap ter beschikking wordt gesteld;
- en plan dat, per bouwlaag, de verschillende lokalen aanduidt, alsook hun afmetingen en hun bestemming;
- als de initiatiefnemer een rechtspersoon is, met uitzondering van openbare besturen, de statuten en eventuele wijzigingen ervan;
- de rechtsgeldige beslissing om de erkenning aan te vragen en de voorziening uit te baten;
- een nominatieve lijst van alle medewerkers, met vermelding van hun wekelijkse arbeidsduur en kwalificatie, geordend per functie, en met aanduiding van de medewerkers die langdurig afwezig zijn;
- het bewijs dat de voorziening aan de toepasselijke brandveiligheidsreglementering voldoet;
- een verbintenis om binnen een termijn van een jaar na de datum van de erkenningsbeslissing, te voldoen aan de bepalingen over de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;
- voor de groepen van assistentiewoningen, een plan van de gemeente met aanduiding van de plaats waar de gebouwen zich (zullen) bevinden, alsook een eigendomsbewijs of een bewijs van een zakelijk of een genotsrecht of, als het om sociale assistentiewoningen gaat, een kopie van de overeenkomst die de initiatiefnemer met de verhuurder van die woningen heeft gesloten met betrekking tot de organisatie van de zorg voor bewoners van die woningen.
Als de aanvraag tot erkenning onontvankelijk is, meldt het Agentschap dat aan de beheersinstantie binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Na het verstrijken van die termijn wordt de aanvraag geacht ontvankelijk te zijn. Het Agentschap kan de beheerinstantie om aanvullende inlichtingen verzoeken. Na ontvangst van die inlichtingen begint er opnieuw een termijn van dertig dagen te lopen.
De beslissing van de administrateur-generaal tot erkenning , wordt binnen een termijn van vier maanden na ontvangst van de ontvankelijke aanvraag aan de beheersinstantie bezorgd. Ook het voornemen van de administrateur-generaal om de erkenning te weigeren wordt binnen deze termijn aan de beheersinstantie bezorgd. De beheersinstantie kan, in dit laatste geval, een gemotiveerd bewaarschrift indienen. Als de beheersinstantie geen bezwaarschrift indient binnen een maand na ontvangst van de aangetekende zending, wordt na het verstrijken van die termijn het voornemen van de administrateur-generaal van rechtswege geacht een weigeringsbeslissing van de administrateur-generaal te zijn. Het Agentschap brengt de beheersinstantie daarvan binnen één maand na het verstrijken van die termijn aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte.
Specifiek voor ouderenvoorzieningen behoudt het besluit van de Vlaamse Regering in de artikelen 10 tot 17 van het Procedurebesluit een systeem van voorlopige erkenning. De aanvraagprocedure verloopt in grote lijnen zoals de hierboven beschreven erkenningsprocedure. Wanneer de voorlopige erkenning wordt verleend, stelt het Agentschap – tijdens de periode waarvoor de voorlopige erkenning werd verleend – een onderzoek in om te oordelen of de erkenningsvoorwaarden worden nageleefd. De voorlopige erkenning kan eenmaal met een jaar worden verlengd.
Op te merken valt dat de procedure voor de overdracht van erkenning (art. 34 van het Procedurebesluit) volgens een letterlijke lezing niet van toepassing is op groepen van assistentiewoningen. Wellicht is dit een vergetelheid van de decreetgever.
Bron : Eubelius